Tijdens de Edo periode werd het Chōshū domein, ook bekend als het Hagi Domein, bestuurd door de Mōri clan. Van 1604 tot 1863 diende Hagi Castle als de zetel van generaties Mōri daimyō. Na de Meji restauratie behoorde het kasteel tot de eerste samoerai-kastelen die van de Keizer ontmanteld moesten worden. Vandaag de dag is er alleen nog een ruïne te bezoeken. Na de afschaffing van het han-systeem (feodale structuur) werd het Chōshū domein ontbonden en toegevoegd aan de Yamaguchi Prefectuur. Alhoewel de Mōri clan tegenwoordig geen grote rol meer speelt Japan, zijn er nog wel tastbare overblijfselen te vinden van hun heerschappij. Zo ook in de keramiek.                                           

            Het is aan de 14e daimyō van Hagi, Mōri Terumoto (1553-1625), te danken dat we in ’t Japanse Winkeltje Hagi-yaki verkopen. Tijdens Japanse invasie van Korea (1592-1597) onder leiding van Toyotomi Hideyoshi, ontmoette Terumoto twee Koreaanse broers en pottenbakkers genaamd Li Sukkwang en Li Kyong. Na Hideyoshi’s campagne vergezelde de twee Koreanen Terumoto op zijn terugreis naar Japan. In 1604 besloot Terumoto om zijn hof te verplaatsen naar Hagi, waar hij Hagi Castle liet bouwen. Het is in Hagi dat Sukkwang de eerste pottenovens voor de Mōri clan oprichtte. Kyong erfde na enkele jaren de ovens van zijn broer en kreeg vanwege zijn succes de Japanse naam “Sake-Koraizaemon” toegewezen. Vandaag de dag maakt deze familie nog steeds Hagi-yaki.  

          Een van de kenmerken van Hagi-yaki is dat het aardewerk zacht aanvoelt. Daarnaast verandert Hagi-yaki na veelvoudig gebruik ook van kleur, een kwaliteit die Japanse theemeesters al eeuwen waarderen. In het glazuur van Hagi-yaki zitten namelijk kleine barstjes en scheurtjes, genaamd ‘kannyū’ (craquelé). De tannine van de thee trekt langzamerhand in de kannyū waardoor het patroon en de kleur van Hagi-yaki veranderd. Dit effect staat ook wel bekend als ‘nanabake’, of ‘de zeven transformaties’. Sommige liefhebbers kiezen ervoor om maar één soort thee te gebruiken per Hagi-aardewerk, om zo te voorkomen dat er verschillende aroma’s in de kannyū terechtkomen.